cruise control JEEP WRANGLER UNLIMITED 2020 Instructieboek (in Dutch)

Page 10 of 344

8
VEILIGHEIDSSYSTEMEN VOOR
INZITTENDEN ...................................... 105
Beveiligingssystemen voor
inzittenden ................................. 105 Belangrijke
veiligheidsmaatregelen .................. 105 Veiligheidsgordelsystemen ............ 106
Aanvullend veiligheidssysteem
(SRS) .......................................... 113 Kinderzitjes — Kinderen veilig
vervoeren ..................................... 128 Vervoer van huisdieren .................. 145
VEILIGHEIDSTIPS ................................ 145
Passagiers vervoeren ..................... 145
Uitlaatgas .................................... 145
Aanbevolen veiligheidscontroles in de
auto ........................................... 146 Veiligheidscontroles buiten de
auto ............................................ 148
STARTEN EN RIJDEN
DE MOTOR STARTEN ........................... 149
Normaal starten — benzinemotor ... 149
Normaal starten — dieselmotor ...... 152
AANBEVELINGEN VOOR INRIJDEN .......... 154 AUTOMATISCHE TRANSMISSIE ............154
Sleutelblokkering ......................... 156
Blokkeersysteem rem/transmissie .. 156
Achttraps automatische
transmissie .................................. 156
WERKING VAN DE
VIERWIELAANDRIJVING .......................158
Tussenbak met vier standen .......... 158
Tussenbak met vijf standen .......... 160
Trac-Lok achteras — indien
aanwezig .................................... 163 Asvergrendeling (Tru–Lok) —
Rubicon-modellen ........................ 163 Elektronisch loskoppelbare
stabilisatorstang — indien
aanwezig .................................... 164
STOP/START-SYSTEEM — AUTOMATISCHE
TRANSMISSIE (INDIEN AANWEZIG) .......165
Automatische modus .................... 165
Mogelijke oorzaken waarom de motor
niet automatisch stopt .................. 166 De motor starten in de stand
autostop ...................................... 167 Het Stop/Start-systeem handmatig
uitschakelen ................................ 167 Het Stop/Start-systeem handmatig
inschakelen ................................. 168 Systeemstoring ............................ 168
ACTIEVE SNELHEIDSBEGRENZER - INDIEN
AANWEZIG ..........................................168
Activering.....................................168
De ingestelde snelheid
overschrijden ................................168 Uitschakelen ................................169
CRUISECONTROL ..................................169
Activeren .....................................169
De gewenste snelheid instellen.......170
Om de snelheid te hervatten .........170
Uitschakelen ...............................170
ADAPTIEVE CRUISE CONTROL (ACC) —
INDIEN AANWEZIG ..............................170
De functie in- of uitschakelen ........171
Gewenste ACC-snelheid instellen ....171
Hervatten .....................................171
Ingestelde snelheid aanpassen ......172
Volgafstand instellen in ACC ..........173
PARKSENSE PARKEERSENSOREN ACHTER —
INDIEN AANWEZIG ...............................173
ParkSense sensoren ......................174
ParkSense in- en uitschakelen .......174
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
ParkSense ....................................175
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 8

Page 79 of 344

77
— Waarschuwingslampje storing
cruisecontrol
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat de cruisecontrol niet correct
werkt en moet worden nagekeken. Neem
contact op met een erkende dealer.
— Waarschuwingslampje storing
stabilisatorstang (indien aanwezig)
Dit lampje gaat branden wanneer er een
storing is in het ontkoppelingssysteem van
de stabilisatorstang.
— Waarschuwingslampje
bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)
Het waarschuwingslampje gaat branden en
er wordt een bericht weergegeven om aan te
geven dat de bandenspanning lager is dan de
aanbevolen waarde en/of langzaam span -
ningsverlies optreedt. In deze gevallen,
worden de optimale gebruiksduur van de
banden en het optimale brandstofverbruik
mogelijk niet gegarandeerd.
Indien een of meer banden in de bovenge -
noemde staat zijn, toont het display de
aanwijzingen voor elke overeenkomstige
band. Alle banden, ook de reserveband (indien
aanwezig) moeten elke maand worden
gecontroleerd wanneer ze koud zijn en opge
-
pompt tot de bandenspanning die door de
fabrikant wordt aanbevolen op de banden -
spanningssticker. Als uw voertuig banden
heeft met een andere maat dan wordt aange -
geven op de bandenspanningssticker, moet u
de juiste bandenspanning voor die banden
achterhalen.
Als extra veiligheidsvoorziening is uw auto
uitgerust met een bandenspanningscontrole -
systeem, dat ervoor zorgt dat het banden -
spanningslampje gaat branden wanneer de
spanning van een of meer banden veel te
laag is. Als het bandenspanningslampje gaat
branden, moet u zo snel mogelijk stoppen en uw banden controleren en deze tot de juiste
bandenspanning oppompen. Als u met een
veel te lage bandenspanning rijdt, raakt de
band oververhit en kan de band defect raken.
Een te lage bandenspanning verhoogt ook
het brandstofverbruik, vermindert de levens
-
duur van de band en kan het rij- en remge -
drag van de auto nadelig beïnvloeden.
Het bandenspanningscontrolesysteem is
geen vervanging voor juist onderhoud van uw
banden. Het is de verantwoordelijkheid van
de bestuurder om de juiste bandenspanning
te handhaven, zelfs wanneer de bandenspan -
ning nog niet het lage niveau heeft bereikt
waarbij het bandenspanningslampje gaat
branden.
Uw voertuig is ook uitgerust met een contro -
lelampje voor storingen van het bandenspan -
ningscontrolesysteem, dat gaat branden
wanneer het systeem niet goed werkt. Het
controlelampje voor storingen van het
bandenspanningscontrolesysteem werkt in
combinatie met het bandenspannings -
lampje. Als het systeem een storing detec -
teert, knippert het lampje gedurende
ongeveer één minuut, waarna het continu
gaat branden. Zolang er sprake van een
storing is, wordt deze reeks telkens herhaald
wanneer de auto wordt gestart. Als het
LET OP!
U mag niet verder rijden met een of meer
lekke banden, omdat de bestuurbaarheid
van de auto dan wordt aangetast. Stop het
voertuig, en voorkom daarbij krachtig
remmen en sturen. Repareer een lekke
band onmiddellijk met de speciale
bandenreparatiekit en neem zo snel
mogelijk contact op met een erkende
dealer.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 77

Page 81 of 344

79
/ — Controlelampje Inschakelbare
4WD — indien aanwezig
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig in de inschakelbare vierwielaandrij -
vingsmodus staat en de aandrijfassen vóór
en achter mechanisch samen zijn vergren -
deld, waardoor de voor- en achterwielen met
dezelfde snelheid draaien.
— Controlelampje storing actieve
snelheidsbegrenzer — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer er een storing is gedetecteerd in de
actieve snelheidsbegrenzer.
— Controlelampje storing
asvergrendeling (indien aanwezig)
Dit lampje geeft aan wanneer er een storing
in de voor- en/of achterasvergrendeling is
gedetecteerd.
— Controlelampje Forward Collision
Warning uit — indien aanwezig
Dit controlelampje licht op om aan te geven
aan dat Forward Collision Warning uitgescha -
keld is.
— Controlelampje voor- en
achterasvergrendeling (indien aanwezig)
Dit lampje geeft aan wanneer de vooras, de
achteras of beide assen zijn vergrendeld. Het
lampje geeft het vergrendelpictogram op de
voor- en achteras weer om de huidige
vergrendelstatus aan te geven.
/ — Controlelampje Neutral — indien
aanwezig
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig zich in de neutraalstand bevindt.
— Controlelampje achterasvergrendeling
(indien aanwezig)
Dit lampje geeft aan wanneer de achterasver -
grendeling is geactiveerd.
— Controlelampje mistachterlichten —
indien aanwezig
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
mistachterlichten zijn ingeschakeld.
— Waarschuwingslampje Onderhoud
adaptieve cruisecontrol — indien aanwezig
Dit lampje gaat branden wanneer de ACC
niet werkt en onderhoud nodig heeft. Raad -pleeg de paragraaf "Adaptieve cruisecontrol
(ACC)" in het hoofdstuk "Starten en rijden"
voor meer informatie.
— Controlelampje stabilisatorstang
(indien aanwezig)
Dit lampje gaat branden wanneer de voorste
stabilisatorstang is uitgeschakeld.
— Lampje Wacht met starten — indien
aanwezig
Dit controlelampje brandt ongeveer twee
seconden als u de contactschakelaar in de
stand RUN zet. Dit kan langer duren bij
koudere bedrijfsomstandigheden. Auto zal
niet starten zolang de indicator wordt weer -
gegeven.
Raadpleeg de paragraaf "De motor starten" in
het hoofdstuk "Starten en rijden" voor meer
informatie hierover.
OPMERKING:
Het controlelampje "Wachten met starten"
brandt mogelijk niet als de temperatuur in
het inlaatspruitstuk hoog genoeg is.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 79

Page 82 of 344

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
80
— Controlelampje Laag niveau
AdBlue®-additief (UREUM) — indien
aanwezig
Het controlelampje Laag niveau
AdBlue®-additief (UREUM) gaat branden
wanneer het AdBlue®-niveau (UREUM) laag
is.

Vul de AdBlue®-tank (UREUM) zo snel moge -
lijk bij met ten minste 5 liter (1,3 gallon)
AdBlue® (UREUM).

Als het bijvullen is uitgevoerd met een bijna
lege AdBlue® (UREUM)-tank, moet u moge -
lijk twee minuten wachten voordat u de
motor start.
Raadpleeg "Starten en rijden" voor meer
informatie hierover.
Controlelampje water in brandstof —
indien aanwezig
De indicator "Water in brandstof" brandt als
water wordt gedetecteerd in het brandstof -
filter. Als dit lampje blijft branden, mag u de
auto NIET starten voordat u het water uit het
brandstoffilter hebt afgetapt om schade aan
de motor te voorkomen. Raadpleeg tevens
een geautoriseerde dealer.
Groene controlelampjes
— Lampje Adaptieve cruisecontrol (ACC)
ingesteld met geen doel gedetecteerd —
indien aanwezig
Dit lampje gaat branden wanneer de adap -
tieve cruisecontrol is ingesteld zonder dat
een doelvoertuig is gedetecteerd. Raadpleeg
de paragraaf "Adaptieve cruisecontrol (ACC)"
in het hoofdstuk "Starten en rijden" voor
meer informatie.
— Lampje adaptieve cruisecontrol (ACC)
ingesteld met doel — indien aanwezig
Dit wordt weergegeven wanneer de ACC is
ingeschakeld en een doelvoertuig is gedetec -
teerd. Raadpleeg de paragraaf "Adaptieve
cruisecontrol (ACC) — indien aanwezig" in
het hoofdstuk "Starten en rijden" voor meer
informatie.
— Controlelampje 4WD Auto — indien
aanwezig
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig in de modus Auto van de vierwiel -
aandrijving staat. Het systeem levert
vermogen aan alle vier de wielen en schakelt
indien nodig het vermogen tussen de voor-
en achteras. Dit zorgt voor maximale tractie
bij droge en gladde omstandigheden.
— Controlelampje actieve
snelheidsbegrenzer INGESTELD — indien
uitgerust met een premium
instrumentengroep
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
actieve snelheidsbegrenzer is ingeschakeld
en is ingesteld op een specifieke snelheid.
LET OP!
De aanwezigheid van water in het
brandstofsysteemcircuit kan leiden tot
ernstige schade aan het inspuitsysteem en
onregelmatige werking van de motor. Als
het controlelampje brandt, neemt u dan zo
snel mogelijk contact op met een erkende
dealer om het systeem te ontluchten. Als
de bovenstaande aanwijzingen direct na
het tanken verschijnen, is waarschijnlijk
water in de tank gegoten: schakel de motor
onmiddellijk uit en neem contact op met
een erkende dealer.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 80

Page 83 of 344

81
— Controlelampje Cruisecontrol SET —
indien uitgerust met een premium
instrumentengroep
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
cruisecontrol is ingesteld op de gewenste
snelheid. Raadpleeg de paragraaf "cruis -
econtrol — indien aanwezig" in het hoofd -
stuk "Starten en rijden" voor meer informatie.
— Controlelampje mistlampen vóór —
indien aanwezig
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
mistlampen vóór zijn ingeschakeld.
— Controlelampje parkeerlichten/
koplampen Aan

Dit controlelampje brandt wanneer de parkeer -
lichten of koplampen zijn ingeschakeld.

— Controlelampje veiligheidsgordel
vastgezet — indien aanwezig
Dit lampje geeft aan wanneer een veilig -
heidsgordel op de achterbank is vastge -
maakt. Er verschijnt een controlelampje in
de rechterbovenhoek van het display van de
instrumentengroep in overeenstemming met
de specifieke zitplaats wanneer de veilig -
heidsgordel is vastgemaakt. Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssy
-
stemen voor inzittenden" in het hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie.
— Controlelampje Stop/start actief —
indien aanwezig
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
Stop/Start-functie zich in de modus "Auto -
stop" bevindt.
— Controlelampjes richtingaanwijzers
Wanneer de linker of rechter richtingaan -
wijzer is ingeschakeld, knippert het controle -
lampje van de richtingaanwijzer en de
bijbehorende richtingaanwijzers knipperen.
Richtingaanwijzers kunnen worden geacti -
veerd door de multifunctionele hendel
omlaag (links) of omhoog (rechts) te
bewegen.
OPMERKING:
Er klinkt een continu geluidssignaal als de
auto verder dan 1 mijl (1,6 km) rijdt met
een ingeschakelde richtingaanwijzer.
Als één van de richtingaanwijzers sneller
knippert dan normaal, moet u controleren
of er een gloeilampje aan de buitenkant
defect is.
Witte controlelampjes
— Lampje adaptieve cruisecontrol (ACC)
gereed — indien aanwezig
Dit lampje gaat branden wanneer het voer -
tuig is uitgerust met adaptieve cruisecontrol
(ACC) en deze is ingeschakeld, maar niet
ingesteld. Raadpleeg de paragraaf "Adap -
tieve cruisecontrol (ACC) — indien aanwezig"
in het hoofdstuk "Starten en rijden" voor
meer informatie.
— Indicatielampje tweewielaandrijving
hoog — indien uitgerust met een premium
instrumentenpaneel
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig zich in de hoge groep van de twee -
wielaandrijving bevindt.
— Controlelampje actieve
snelheidsbegrenzer gereed — indien
uitgerust met een premium
instrumentengroep
Dit lampje gaat branden wanneer de actieve
snelheidsbegrenzer ingeschakeld, maar niet
ingesteld is.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 81

Page 85 of 344

83
paragraaf "Menu-items display in de instru-
mentengroep" in het hoofdstuk "Uw instru -
mentenpaneel leren kennen".
De waarde 55 is slechts een voorbeeld van
een snelheid die kan worden ingesteld.
— Controlelampje Cruisecontrol gereed
— indien uitgerust met een premium
instrumentengroep
Dit lampje gaat branden wanneer de cruis -
econtrol is ingeschakeld, maar niet is inge -
steld. Raadpleeg de paragraaf "cruisecontrol
— indien aanwezig" in het hoofdstuk
"Starten en rijden" voor meer informatie.
— Controlelampje Cruisecontrol SET —
indien uitgerust met basisversie
instrumentengroep
Dit controlelampje gaat branden als de cruis -
econtrol is ingesteld.
Raadpleeg de paragraaf "cruisecontrol —
indien aanwezig" in het hoofdstuk "Starten
en rijden" voor meer informatie.
Blauwe controlelampjes
— Controlelampje grootlicht
Dit controlelampje gaat branden om aan te
geven dat het grootlicht is ingeschakeld. Als
het dimlicht is ingeschakeld, duwt u de
multifunctionele hendel naar voren (naar de
voorkant van het voertuig) om het grootlicht
in te schakelen. Trek de multifunctionele
hendel naar achteren (naar de achterkant
van het voertuig) om het grootlicht uit te
schakelen. Wanneer het grootlicht is uitge -
schakeld, trekt u de hendel naar u toe om het
grootlicht tijdelijk in te schakelen, of te
"knipperen".
Grijze controlelampjes
— Controlelampje Cruisecontrol gereed
— indien uitgerust met basisversie
instrumentengroep
Dit lampje gaat branden wanneer de cruis -
econtrol is ingeschakeld, maar niet is inge -
steld. Raadpleeg de paragraaf "cruisecontrol
— indien aanwezig" in het hoofdstuk
"Starten en rijden" voor meer informatie.
— Controlelampje actieve
snelheidsbegrenzer gereed — indien
uitgerust met een basis instrumentengroep
Dit lampje gaat branden wanneer de actieve
snelheidsbegrenzer is ingeschakeld, maar
niet is ingesteld.
BOORDDIAGNOSESYSTEE
M — OBD II
Uw auto is uitgerust met een geavanceerd
diagnosesysteem genaamd OBD II (On-Board
Diagnostic II). Dit systeem bewaakt de pres -
taties van de regelsystemen voor uitlaatgase -
missie, de motor en de versnellingsbak. Als
deze systemen correct werken, zal uw auto
uitstekende prestaties leveren, brandstof
besparen en lage emissiewaarden hebben
die aan de strengste eisen voldoen.
Wanneer een bepaald systeem onderhoud of
reparatie nodig heeft, schakelt het OBD II
systeem het storingslampje in. Bovendien zal
het diagnosecodes en andere hulpinformatie
voor de monteur opslaan in een geheugen.
Hoewel u dan meestal nog met het voertuig
kunt rijden en niet gesleept hoeft te worden,
dient u toch zo spoedig mogelijk een erkende
dealer te bezoeken voor service.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 83

Page 101 of 344

99
Als de FCW-status wordt gewijzigd in "Far"
(veraf), kan het systeem de bestuurder met
hoorbare/zichtbare signalen waarschuwen
voor een mogelijke aanrijding met het voer-
tuig vóór hem/haar wanneer de afstand tot
dit voertuig groter is dan bij de instelling
"Medium" (normaal). Dit geeft de langste
reactietijd om een mogelijke botsing te voor -
komen.
Als de FCW-status wordt gewijzigd in "Near"
(dichtbij), kan het systeem de bestuurder
waarschuwen voor een mogelijke aanrijding
met het voertuig vóór hem/haar wanneer de
afstand tot dit voertuig veel kleiner is. Met
deze instelling heeft u minder reactietijd dan
bij de instellingen "Far" (veraf) en "Medium"
(normaal). Hierdoor is een meer dynamische
rijervaring mogelijk.
OPMERKING:
Door de FCW-status te veranderen naar
"Only Warning" (alleen waarschuwing)
voorkomt u dat het systeem beperkt actief
remt of extra remondersteuning biedt als
de bestuurder niet voldoende hard remt in
het geval van een potentiële frontale
botsing, maar blijven de geluidssignalen
en visuele waarschuwingen actief.
Door de FCW-status te veranderen in "Off"
(uit) voorkomt u dat het systeem auto-
noom remt of extra remondersteuning
biedt als de bestuurder niet voldoende
hard remt in het geval van een potentiële
frontale botsing.
Het systeem onthoudt NIET de instelling
die het laatst door de bestuurder is
gekozen nadat het contact werd uitgescha-
keld. Wanneer het voertuig opnieuw wordt
gestart, wordt de gevoeligheid weer inge-
steld op "Medium" (gemiddeld) en de
systeemstatus op "Warning & Braking"
(waarschuwing en remmen).
FCW reageert mogelijk niet op irrelevante
objecten, zoals objecten hoog boven de
weg, weerkaatsingen van de bodem,
objecten welke zich niet in de rijweg van
de auto bevinden, stilstaande objecten op
grote afstand, tegemoetkomend verkeer,
of voorliggers met een dezelfde of een
hogere snelheid.
Net als bij ACC, wordt met de schermen
aangegeven dat FCW is uitgeschakeld.
Waarschuwing FCW beperkt
Als in de instrumentengroep de melding
"ACC/FCW Limited Functionality" (ACC/FCW beperkte functionaliteit) of "ACC/FCW
Limited Functionality Clean Front
Windshield" (ACC/FCW beperkte functionali
-
teit Voorruit reinigen) wordt weergegeven,
kan er sprake zijn van een situatie waarin de
werking van FCW wordt beperkt. Hoewel nog
steeds met het voertuig kan worden gereden
onder normale omstandigheden, is actief
remmen mogelijk niet volledig beschikbaar.
Zodra de situatie die de prestaties van het
systeem beperkte niet meer aanwezig is,
herwint het systeem zijn volledige werking.
Als het probleem aanhoudt, breng dan een
bezoek aan een erkende dealer.
Waarschuwing onderhoud FCW
Als het systeem wordt uitgeschakeld en op
de instrumentengroep wordt weergegeven:
ACC/FCW Unavailable Service Required
(ACC/FCW niet beschikbaar, onderhoud
noodzakelijk)
Cruise/FCW Unavailable Service Required
(cruisecontrol/FCW niet beschikbaar,
onderhoud noodzakelijk)
Dit geeft aan dat er een interne systeemsto -
ring is. Hoewel u nog steeds met de auto
kunt rijden, dient u het systeem te laten
controleren door een erkende dealer.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 99

Page 170 of 344

STARTEN EN RIJDEN
168
Het Stop/Start-systeem handmatig
inschakelen
Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (in de
rij schakelaars). Het lampje in de schakelaar
dooft.
Raadpleeg voor uitgebreide informatie over
het Stop/Start-systeem de paragraaf "Stop/
Start-systeem" in het hoofdstuk "Starten en
rijden" van uw instructieboekje.
Systeemstoring
Wanneer zich in het Stop/Start-systeem een
storing voordoet, zal het systeem de motor
niet uitschakelen. In het display in de instru-
mentengroep wordt de melding "SERVICE
STOP/START SYSTEM” (onderhoud Stop/
Start-systeem) weergegeven. Raadpleeg de
paragraaf "Display in de instrumentengroep"
in het hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel
leren kennen" voor meer informatie.
Als in het display in de instrumentengroep
de melding "SERVICE STOP/START
SYSTEM" wordt weergegeven, moet u het
systeem laten controleren door een erkende
dealer.
ACTIEVE
SNELHEIDSBEGRENZER -
INDIEN AANWEZIG
Knop actieve snelheidsbegrenzer
De knop voor de actieve snelheidsbegrenzer
bevindt zich aan de rechterzijde van het
stuur.
Met deze functie kunt u de maximale rijsnel -
heid van uw auto programmeren.
OPMERKING:
De actieve snelheidsbegrenzer kan worden
ingesteld terwijl het voertuig stilstaat of rijdt.
Activering
Druk op de toets voor de actieve snelheidsbe -
grenzer om de functie te activeren. Er verschijnt dan een mededeling samen met
een controlelampje op het display van de
instrumentengroep om aan te geven dat
actieve snelheidsbegrenzer geactiveerd is.
Druk op de knoppen SET (+) en SET (-) aan
de rechterkant van het stuur om de actieve
snelheidsbegrenzer te verhogen en te
verlagen tot de gewenste waarde. Door de
SET (+) of SET (-) toetsen ingedrukt te
houden, neemt de snelheid toe/af met
stappen van 5 mph (5 km/u).
Elke keer dat actieve snelheidsbegrenzer
wordt geactiveerd, wordt die ingesteld op de
laatst geprogrammeerde waarde van de
vorige activering.
OPMERKING:
De cruisecontrol (indien aanwezig) en de
adaptieve cruisecontrol (indien aanwezig)
functies zijn niet beschikbaar terwijl de
actieve snelheidsbegrenzer in gebruik is.
De ingestelde snelheid overschrijden
Door het gaspedaal volledig in te drukken,
kan de geprogrammeerde maximale snelheid
worden overschreden terwijl het apparaat
actief is.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 168

Page 171 of 344

169
In het geval dat de ingestelde waarde van de
actieve snelheidsbegrenzer handmatig wordt
overschreden door een acceleratie van de
bestuurder, klinkt er een hoorbaar geluid,
gaat het controlelampje snel knipperen en
verschijnt er een bericht op het scherm van
de instrumentengroep.
De functie blijft uitgeschakeld totdat de
voertuigsnelheid tot onder de ingestelde
waarde van de actieve snelheidsbegrenzer
daalt, waar hij weer automatisch ingescha-
keld wordt.
Uitschakelen
Druk op de schakelaar voor de actieve snel -
heidsbegrenzer aan de rechterkant van het
stuur, om de actieve snelheidsbegrenzer uit
te schakelen. Er verschijnt een melding op
het display van de instrumentengroep om te
bevestigen dat de functie is uitgeschakeld.
CRUISECONTROL
Indien ingeschakeld neemt de cruisecontrol
bij snelheden boven 32 km/u (25 mph) de
werking van het gaspedaal over.
De knoppen voor de cruisecontrol bevinden
zich aan de rechterzijde van het stuur. Cruisecontrol-knoppen
OPMERKING:
Om de correcte werking te waarborgen, is
de cruisecontrol zodanig ontworpen dat
het systeem wordt uitgeschakeld als u
gelijktijdig meerdere functies van de cruis-
econtrol bedient. Als dit gebeurt, kan het
systeem opnieuw in werking worden
gesteld door op de aan/uit-knop van de
cruisecontrol te drukken en de gewenste
snelheid opnieuw in te stellen.
Plaats de versnellingshendel niet in
NEUTRAL wanneer de snelheidsregeling
is ingeschakeld. Als u dat wel doet, wordt
het systeem uitgeschakeld.
Activeren
Druk op de toets Aan/uit om de cruisecontrol
in te schakelen. Het controlelampje van de
cruisecontrol gaat branden in het display in
de instrumentengroep. Druk nogmaals op de
toets Aan/uit om het systeem uit te scha -
kelen. Het controlelampje van de cruisecon -
trol gaat uit. Het systeem moet worden
uitgeschakeld wanneer het niet wordt
gebruikt.
1 — SET (+)/Accel
2 — Aan/uit
3 — RES/Resume
4 — SET (-)/Decel
5 — CANC/Cancel
WAARSCHUWING!
De cruisecontrol kan gevaarlijk zijn in
situaties waar het systeem geen constante
snelheid kan aanhouden. Uw auto kan
gezien de omstandigheden te snel gaan,
waardoor u de controle over de auto kunt
verliezen en mogelijk een ongeval
veroorzaakt. Gebruik de cruisecontrol nooit
in druk verkeer of op bochtige, beijzelde,
besneeuwde of anderszins gladde wegen.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 169

Page 172 of 344

STARTEN EN RIJDEN
170
De gewenste snelheid instellen
Schakel de cruisecontrol in.
OPMERKING:
U mag pas op de knop SET (+) of SET(-)
drukken als de auto met een gelijkmatige
snelheid op een vlakke weg rijdt.
Wanneer de auto de gewenste snelheid heeft
bereikt, drukt u kort op de knop SET (+) of
SET (-). Laat het gaspedaal los. De auto zal
nu automatisch de gekozen snelheid hand-
haven.
Om de snelheid te hervatten
Als u een eerder ingestelde snelheid opnieuw
wilt aanhouden, drukt u kort op de knop
RES. Deze functie kan worden gebruikt bij
snelheden hoger dan 32 km/u (20 mph).
Uitschakelen
Als u het rempedaal licht intrapt, op de toets
CANC (annuleren) drukt of normale remdruk
uitoefent tijdens het afremmen, wordt de
cruisecontrol uitgeschakeld zonder dat de
ingestelde snelheid uit het geheugen wordt
gewist.
Wanneer u op de aan/uit-knop drukt of de
contactschakelaar in de stand OFF zet, wordt
de ingestelde snelheid uit het geheugen
gewist.
ADAPTIEVE CRUISE
CONTROL (ACC) — INDIEN
AANWEZIG
Knoppen voor adaptieve cruisecontrol
Als uw voertuig is uitgerust met adaptieve
cruisecontrol, werken de bedieningsele -
menten precies hetzelfde als bij de cruis -
econtrol, met slechts enkele uitzonderingen.
Met deze optie kunt u een bepaalde afstand
instellen die u wilt handhaven tussen u en de
voorligger.
WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om de cruisecontrol
ingeschakeld te laten wanneer u deze niet
gebruikt. U kunt het systeem dan per
ongeluk instellen en sneller rijden dan u
wilt. U kunt dan de controle over het stuur
verliezen en een ongeval veroorzaken. Laat
het systeem altijd uitgeschakeld als u het
niet gebruikt.
1 — Ingestelde afstand vergroten
2 — Adaptieve cruisecontrol (ACC) aan/uit
3 — Ingestelde afstand verkleinen
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 170

Page:   1-10 11-20 next >